‘Ik heb best een aardige vrouw hoor. Ze kookt goed, de boel is schoon, niks op aan te merken. Vroeger was ze leuk om te zien, had ze een taille, van die borsten die je recht aankeken en een stel goeie poten. Maar door de jaren heen pakte ze steeds een kilootje mee, dus sinds onze eerste ontmoeting zit er zo’n veertig kilo meer aan.
Goed, ik ben ook niet meer de Adonis waar vrouwen naar omkijken, dus we maken er maar het beste van.
Een nadeel van die vrouw is alleen dat ze nogal graag praat, bij voorkeur over niks. Als ze wakker is, doet ze gelijk met de gordijnen haar mond open en die gaat pas dicht als ze in slaap valt — als je haar gesnurk niet meerekent.
Het is één monotone stroom van klanken, d’r zit geen muziek in, zeg maar. Haar stem is te schel en ze maakt zich druk om alles. D’r zus heeft het ook; die twee kunnen uren door de telefoon tegen elkaar aan zitten janken. En dat is nadat ze koffie hebben gedronken met elkaar, want d’r zus woont op loopafstand. Goed, ieder z’n meug zullen we maar zeggen.
Ik luister al jaren niet meer naar haar. De laatste keer was, schat ik, toen de kinderen nog klein waren. Nou, mijn zoon heeft nu zelf kinderen, dus ga maar na.
Feitelijk heb ik geen idee waar ze het over heeft — en ze weet dat — maar ze praat toch door. Dan is ze minder alleen, zegt ze.
Alleen, denk ik dan, een mens is altijd alleen. Zo word je geboren en zo ga je weer dood.
Als ik echt iets moet weten, schrijft ze het op de kalender in de plee. Die hou ik met één oog in de gaten. Een verjaardag van een kleinkind, een begrafenis, dat soort zaken. Kleine moeite, want ik zit er dan toch tenslotte.
Nee, ik ben zuinig met woorden. Ik hou van de stilte.
Daarom kom ik graag in dit café, bij voorkeur ’s morgens. De vaste jongens zijn er al wel, maar ze zwijgen. Die zijn intern druk in de weer om zichzelf op te tuigen na de drank van de dag ervoor. Ik geef niet om drank, heb net zo lief koffie. Het gaat mij om de rust — gewoon hier zitten en mijn krantje lezen zonder achtergrondruis van háár.
Als ik hier een paar uur heb gezeten, ben ik weer voldoende opgeladen om terug naar huis te gaan.
En dan begint alles weer van voor af aan. ’t Is een vicieuze cirkel, maar goed, ik doe het ermee.
Nee, ’t is verder wel een aardige vrouw. Beetje vlezig. Ze zou alleen d’r kaken eens op elkaar moeten houden.’
Een liefhebber van stilte
Marga de Waard
Op luchtige toon schrijf ik over universele onderwerpen als liefde, vergankelijkheid en het menselijk tekort. De verhalen zijn soms melancholisch, soms hilarisch, vaak herkenbaar maar altijd relativerend.
Recente reacties