Over mij
Mijn naam is Marga de Waard (1964) Ik woon in Rotterdam maar ben geboren in de linnenkamer van het ziekenhuis in Dordrecht. De kraamkamers maar ook de couveuses zaten vol, dus deelde ik mijn ‘glazen’ wiegje met de ook te vroeg geboren dochter van een rijschoolhouder. Een goed beginverhaal voor een leven waarin verhalen altijd een hoofdrol zouden spelen.
Ik groeide op tot een grappig, sociaal kind dat je een groot plezier deed met dictees en opstellen. Ik was een uithuizig kind, bij mijn ouders was het stil. Ik was enig kind en mijn vader was een hardwerkende maar zeer zwijgzame man. Mijn moeder was het tegenovergestelde: ze praatte veel maar vaak kritisch en veroordelend. Ik zocht mijn heil bij andere mensen op de bank. Ik wilde weten wat mensen dachten en waarom, niet alles nam ik voetstoots aan. Was ik een storyteller in de dop? Of werd ik gevormd door mijn omgeving? Nurture of nature? Het is een vraag die me altijd heeft beziggehouden.
Op mijn achttiende ging ik uit huis, ik vertrok met, zoals ik dat noem, twee lege koffers. Ik wist hoe ik moest afwassen maar had geen idee wat je met zo’n heel leven vóór je moest beginnen. Met vallen en opstaan en niet altijd even goede keuzes leerde ik wat bij mij paste en wat niet.
Tegen mijn dertigste ben ik me gaan verdiepen in ‘mijn eigen blauwdruk’. Waarom steeds die hopeloze vriendjes, waarom zo’n allergie voor autoriteit; dat had niet iedereen, waarom ik wel? Nurture of nature, daar was de vraag weer.
Mijn kinderlijke behoefte aan verhalen vertaalde zich in banen waar ik heel veel verhalen zou horen. Die van asielzoekers, van jongeren in crisissituaties en van mensen met een werkstraf bij de Reclassering. Het leerde me dat het nogal uitmaakt waar je wiegje heeft gestaan en dat dat veel invloed heeft op je verdere leven.
Bij veel verhalen dacht ik: je zou ze op moeten schrijven. Vanaf 2020 ben ik daadwerkelijk levensverhalen gaan vastleggen. Voor mij draait het om het vertellen van de rauwe, maar ook de hoopvolle verhalen van veerkracht en moed. Voor mijzelf is de linnenkamer vervangen door een loft met uitzicht en de dochter van de rijschoolhouder ligt niet meer naast me maar de zoon van de havendirecteur. Nature en nurture vormden samen een happy end.